Het ondergronds beraad – observaties van een theaterrat

Op zaterdag 16 november vond in het Parktheater in Eindhoven het Ondergronds Beraad plaats, een inspirerende bijeenkomst naar aanleiding van Observaties van een Theaterrat. Marjolijn deelde haar bevindingen uit haar onderzoek in het Parktheater. Schrijver Nikki Dekker begeleidde een verdiepend gesprek met bezoekers over onze relatie met de niet-menselijke bewoners van het theater en hoe we hun verhalen kunnen belichten.

Het theater als rots

Een terugkerend thema tijdens het beraad was het idee van het theater als een rots, een ecosysteem waarop allerlei organismen leven en interacteren. Dit perspectief daagt ons uit het theater niet alleen als een menselijke ruimte te zien, maar als een thuis voor diverse levensvormen.

We spraken ook over de manier waarop we naar dieren kijken die vaak als ongedierte worden gezien. Het voorvoegsel on- onthult een typisch menselijke blik, waarin bepaalde dieren als ongewenst worden bestempeld. Maar wat als we die blik zouden omdraaien? Hoe kunnen we een insect aaibaar maken en empathie creëren?

Verhalen en rituelen

Een andere belangrijke vraag was hoe we verhalen over verdwenen dieren kunnen bewaren. Bezoekers deelden ideeën over rituelen die deze herinneringen levend kunnen houden.

De middag eindigde met een inspirerende gedachte: net zoals het Parktheater sociale integratie bevordert tussen mensen, kan het ook een plek zijn voor een harmonieus samenleven tussen soorten. Het theater kan zo een symbool worden voor wederzijdse verbondenheid, ongeacht de grootte of vorm van zijn bewoners.

Benieuwd naar meer? Het theatercollege Observaties van een Theaterrat gaat op 21 januari in première in Parktheater Eindhoven

Het theater is een plek om te kijken, te luisteren, te observeren. Een magische plek. Je gaat in een stoel zitten, het licht dooft en een nieuwe wereld toont zich. Maar terwijl je kijkt, word je bekeken. Motten, muggen, spinnen, kevers en zilvervisjes vormen het publiek van het theaterpubliek dat binnenloopt, de jas ophangt, naar de wc gaat, een stoel zoekt en zich in de stilte van de zaal onbekeken waant.

Wij gaan ervan uit dat alleen wij – de mensen – de wereld observeren. Deze antropocentrische vergissing sluit ons af voor talloze ontmoetingen en maakt van ons een eenzame en onwetende soort. Wat zou er gebeuren als we ons zouden openstellen voor de blik van andere levende wezens? Als we zouden beseffen dat we niet alleen de kijkers zijn maar ook degenen die bekeken worden?